Verzilov e.a. t. Rusland, EHRM 29 augustus 2023, nr. 25276/15

Toen de feministische punkband Pussy Riot in 2014 een protestlied begon te zingen in Sotsji (waar toen de Olympische Winterspelen plaatsvonden), werden zij aangevallen door tien mannen, waaronder enkelen gehuld in kozakkenuniform. Rusland heeft gesteld dat de kozakken op eigen titel handelden, maar het EHRM neemt toch aan dat zij als overheidsactoren hebben gehandeld. De kozakken zijn namelijk publiek gefinancierd en waren betrokken bij openbare-ordehandhaving; bovendien droegen verschillende aanvallers de uniformen. Rusland is dus verantwoordelijk voor de schendingen van art. 3 en 10 EVRM, niet alleen vanwege het later ontbrekende onderzoek, maar ook voor de mishandeling als zodanig.

Noorzae t. Denemarken, EHRM 5 september 2023, nr. 44810/20

In 1995 is Noorzae, toen 5 jaar oud, vanuit Afghanistan naar Denemarken gekomen, waar hij nu 18 jaar heeft gewoond. Noorzae heeft een strafblad opgebouwd, in verband waarmee hem in 2020 een uitzettingsbevel met inreisverbod is opgelegd. Het EHRM acht dat onredelijk, nu de vergrijpen waarvoor Noorzae is veroordeeld niet van zeer grote ernst zijn, Noorzae reclasseringspogingen doet, hij nauwelijks  banden heeft met Afghanistan en hij niet is gewaarschuwd dat zijn gedrag zou kunnen leiden tot uitzetting. Gelet daarop zou de voorgenomen uitzetting in strijd met art. 8 EVRM zijn.