Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, HvJ EU 22 februari 2022, zaak C-483/20
De verzoeker in het hoofdgeding heeft in Oostenrijk de vluchtelingenstatus verkregen. Daarna is hij naar België gegaan, waar zijn dochters de vluchtelingenstatus hebben gekregen. Nu verzoeker al een vluchtelingenstatus heeft, is zijn verzoek om die status ook in België te verkrijgen niet-ontvankelijk verklaard. Het HvJ EU acht dat op zichzelf aanvaardbaar, maar als de betrokken derdelander vader is van een niet-begeleid minderjarig kind dat de vluchtelingenstatus heeft, moet een lidstaat als België er wel voor zorgen dat de eenheid van het gezin wordt gehandhaafd en dat de daarbij behorende voordelen worden toegekend.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 22-02-2022