Consob, HvJ EU 2 februari 2021, zaak C-481/19
Zwijgrecht. Een natuurlijke persoon tegen wie een bestuursstrafrechtelijk onderzoek wegens handel met voorkennis is ingesteld, kan zich beroepen op het zwijgrecht als uit zijn antwoorden zou kunnen blijken dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een inbreuk die met administratieve sancties van strafrechtelijke aard wordt bestraft, of dat hij strafrechtelijk aansprakelijk is. Het zwijgrecht kan echter niet rechtvaardigen dat de betrokkene niet meewerkt met de bevoegde autoriteiten, bijvoorbeeld door te weigeren om op een verhoor te verschijnen of door vertragingstactieken toe te passen.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 02-02-2021