Bivolaru en Moldovan t. Frankrijk, EHRM 25 maart 2021, nrs. 40324/16 en 12623/17
Bij tenuitvoerlegging van Europese Arrestatiebevelen (EAB) is in beginsel sprake van niet-discretionaire uitvoering van EU-recht, ook als de nationale rechter de redelijkheid van overlevering beoordeelt in het licht van de Aranyosi-criteria. Bij het EHRM betekent dit, dat de Bosphorusdoctrine van toepassing is. Van gelijkwaardige bescherming door het EU-recht kan volgens het EHRM niet worden gesproken als de nationale rechter ten onrechte over een onduidelijk punt geen prejudiciële vragen heeft gesteld. Als de nationale rechter de detentiesituatie in het ontvangende land niet voldoende concreet heeft gecontroleerd, schiet de geboden grondrechtenbescherming bovendien kennelijk tekort, in strijd met art. 3 EVRM.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 25-03-2021