Update
Uitspraken van 12-08-2020 tot 17-09-2020
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 17 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Graag maken we u erop attent dat bij het nieuwsbericht over een plenaire beslissing van het EHRM van 6 juli jl. een annotatie is toegevoegd.
Veel leesplezier gewenst!
Met hartelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In verband met hun voornemen om een politieke partij op te richten om onder meer de belangen van de Turkstalige gemeenschap in Bulgarije te dienen, hebben klagers een constituerende vergadering in een stadscentrum georganiseerd. Zij hadden daarvoor geen voorafgaande toestemming gevraagd en de vergadering werd daarom beëindigd. Ook werden klagers strafrechtelijke vervolgd en veroordeeld vanwege de organisatie van de vergadering en het oprichten van de politieke partij. Het EHRM is van oordeel dat dit een vergaande inbreuk op de verenigingsvrijheid vormt, waarvoor geen overtuigende rechtvaardiging is aangevoerd, in strijd met art. 11 EVRM.
03-09-2020
(Zaaknaam: Yordanovi t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2020:0903JUD001115711, EHRC-2020-0221) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tijdens een politieoperatie (die – beweerdelijk abusievelijk – in het voorbereidingsdocument als ‘repressief’ was gekwalificeerd) in een wijk waar overwegend Roma wonen, zijn twee mensen door het gebruik van politiegeweld gewond geraakt. Het Hof acht het gebruikte geweld excessief en in strijd met art. 3 EVRM. Ook vertoonde het onderzoek – eveneens in strijd met art. 3 EVRM – de nodige tekortkomingen. Volgens het Hof is niet gebleken van een racistisch motief, maar dat zou ook te maken kunnen hebben met het feit dat daar niet genoeg onderzoek naar is gedaan; dit laatste is in strijd met art. 14 jo. 3 EVRM.
01-09-2020
(Zaaknaam: R.R. en R.D. t. Slowakije, ECLI:CE:ECHR:2020:0901JUD002064918, EHRC-2020-0218) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Na een aanval met een onbekend zuur door een onbekende dader werd klaagster met zeer ernstige verwoningen in het ziekenhuis opgenomen. Volgens klaagster was haar ex-echtgenoot de dader; hij had zich eerder al schuldig gemaakt aan huiselijk geweld. De nationale autoriteiten slaagden er echter niet in om voldoende bewijs te vinden van zijn betrokkenheid. Het Hof wijst op het vijandige klimaat in Albanië jegens vrouwen, hetgeen betekent dat in gevallen als dit extra zorgvuldig onderzoek moet worden gedaan. Dat is onvoldoende gebeurd, waardoor de autoriteiten in strijd met hun positieve verplichtingen onder art. 2 EVRM hebben gehandeld.
04-08-2020
(Zaaknaam: Tershana t. Albanië, ECLI:CE:ECHR:2020:0804JUD004875614, EHRC-2020-0219) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Moldavische zakenman die in Rusland een groot vermogen heeft opgebouwd, is in 2012 naar Moldavië teruggekeerd en heeft daar een politieke partij opgericht. Volgens opiniepeilingen zou die partij in 2014 zo’n 9% van de stemmen kunnen winnen, maar vlak voor de verkiezingen werd klagers kandidatuur alsnog geschrapt omdat hij illegaal grote geldbedragen naar Moldavië zou hebben gebracht om zijn campagne te financieren. Nu het Hof hiervan geen enkel bewijs heeft gezien en de nationale rechters dat ook niet hebben onderzocht, acht het het in art. 3 EP EVRM neergelegde recht op deelname aan de verkiezingen geschonden.
04-08-2020
(Zaaknaam: Political Party ‘Patria’ e.a. t. Moldavië, ECLI:CE:ECHR:2020:0804JUD000511315, EHRC-2020-0217) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een procedure die ruim vijftien jaar heeft geduurd is vanwege overschrijding van de redelijke termijn in strijd met art. 6 EVRM. Onder art. 13 EVRM oordeelt het Hof dat een rechtsmiddel om de procedure te bespoedigen dat pas in het laatste jaar van de procedure kon worden benut, alleen effectief kan zijn in samenhang met een compensatoir rechtsmiddel. Verder moet een rechtsmiddel bij termijnoverschrijdingen steeds uitgaan van de duur van de gehele procedure. Een nieuwe interpretatie van een bestaand rechtsmiddel kan pas effectief worden geacht na zes maanden na de wijziging van de rechtspraaklijn.
30-07-2020
(Zaaknaam: Kirincic e.a. t. Kroatië, ECLI:CE:ECHR:2020:0730JUD003138617, EHRC-2020-0215) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In de dagen na de aanslagen in Parijs op de redactie van Charlie Hebdo heeft een godsdienstdocent aan een middelbare school een open brief geschreven aan de media waarin hij op allerlei zaken kritiek leverde en waarin hij homoseksualiteit als tegennatuurlijk en ‘een zorg’ kwalificeerde. Daarop is hij niet vervolgd wegens discriminatie, maar hij is – als disciplinaire maatregel – wel overgeplaatst naar een andere school. Het Hof acht dit in het licht van de context van de zaak een aanvaardbare beperking van de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM).
07-07-2020
(Zaaknaam: Mahi t. België, ECLI:CE:ECHR:2020:0707DEC005746219, EHRC-2020-0216)