Landeshauptstadt Wiesbaden, HvJ EU (GK) 21 maart 2024, zaak C-61/22
RL heeft een nieuwe identiteitskaart aangevraagd, maar hij weigert de daarvoor benodigde vingerafdrukken af te geven. In de procedure daarover heeft de nationale rechter het HvJ EU gevraagd of de Europese verordening over identiteitsbewijzen verenigbaar is met art. 7 en 8 Hv. Het HvJ EU oordeelt dat dit wel het geval is, nu er legitieme doelstellingen worden nagestreefd (betrouwbaarheid van identiteitskaarten, interoperabiliteit), de kern van het privéleven niet wordt geraakt, bewaren van vingerafdrukken een geschikte en noodzakelijke manier is om de doelen te bereiken, en de ernst van de inmenging niet zodanig is dat het proportionaliteitsvereiste is aangetast.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 21-03-2024