Zarema Musayeva e.a. t. Rusland, EHRM 28 mei 2024, nr. 4573/22
Een Tsjetsjeens echtpaar, waarvan de man president was van de Hoge Raad, is in 2017 gevlucht uit vrees voor represailles vanwege hun activiteiten voor de oppositie. In 2022 werden zij onder dwang teruggebracht naar Tsjetsjenië. Daarbij werden onder meer doodsbedreigingen jegens hen geuit door de Tsjetsjeense president. Het Hof oordeelt dat de gang van zaken overduidelijke schendingen oplevert van art. 2, 3 en 6 EVRM. Bij het voorarrest was bovendien sprake van misbruik van beperkingsbevoegdheid voor politieke doelen, in strijd met art. 18 jo. art. 5 EVRM. Door interimmaatregelen niet na te leven is ook art. 34 EVRM geschonden.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 28-05-2024