Veselibas ministerija, HvJ 29 oktober 2020, zaak C-243/19
Een jongen moest in Letland een openhartoperatie ondergaan, maar daarbij zou hij een bloedtransfusie moeten krijgen. Omdat zijn vader daartegen bezwaar had vanuit zijn overtuiging als Jehova’s Getuige, vroeg deze toestemming om de operatie in Polen te laten uitvoeren. Die toestemming werd echter geweigerd. Het HvJ oordeelt dat deze weigering een indirect onderscheid naar godsdienst kan opleveren (art. 21 Hv), maar dat kan onder verordening 883/2004 gerechtvaardigd zijn vanwege de stabiliteit van het zorg(verzekerings)stelsel. Onder richtlijn 2011/24/EU kan dat anders zijn, maar het is aan de nationale rechter om dat na te gaan.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 29-10-2020