X. t. Polen, EHRM 16 september 2021, nr. 20741/10
X. heeft uit haar huwelijk met Y. vier kinderen gekregen. In 2005 heeft zij een relatie met een vrouw, Z., gekregen en heeft zij een echtscheiding van Y. aangevraagd. Het ouderlijk gezag over de kinderen is vervolgens toegekend aan Y., waarbij de nationale rechters zich kritisch uitspraken over de relatie tussen X. en Z. en zorgen uitten over het ontbreken van een mannelijk rolmodel voor de kinderen als X. het gezag zou behouden. Het EHRM concludeert dat discriminerende en stereotyperende opvattingen de rechterlijke beoordeling doorslaggevend hebben beïnvloed, in strijd met art. 14 jo. 8 EVRM.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 16-09-2021