Update
Uitspraken van 05-07-2023 tot 18-07-2023
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 14 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
De redactie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Bijan Balahan wordt in de VS verdacht van onder meer marteling. Daarom is vanuit de VS verzocht om zijn uitlevering met het oog op berechting. Zweden heeft dat toegelaten, maar Balahan vreest voor het opleggen van een onverkortbare gevangenisstraf. Het EHRM acht dat risico, gelet op Amerikaanse toezeggingen, gering. Bovendien is de kans dat een ernstig disproportionele straf wordt opgelegd volgens het Hof klein. Bij uitlevering zal art. 3 EVRM dus ook niet worden geschonden.
29-06-2023
(Zaaknaam: Baijan Balahan t. Zweden, ECLI:CE:ECHR:2023:0629JUD000983922, EHRC-2023-0165) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Zhablyanov is parlementslid voor de rechtsopvolger van de Bulgaarse Communistische Partij, de Bulgaarse Socialistische Partij. Toen hij was verkozen tot voorzitter van het parlement deed hij een aantal uitspraken waarin hij aspecten van het communistische bewind rechtvaardigde en verheerlijkte. Daarom werd hij toch weer uit zijn functie gezet. Het EHRM acht die beslissing te billijken omdat de uitingen niet in het algemeen belang waren en het ging om gebeurtenissen die de kern van de onderliggende EVRM-waarden aantastten. Art. 10 EVRM is door de beslissing om hem van zijn functie te ontheffen dan ook niet geschonden.
27-06-2023
(Zaaknaam: Zhablyanov t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2023:0627JUD003665818, EHRC-2023-0178) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Turkije geldt na echtscheiding voor vrouwen de regel dat zij 300 dagen moeten wachten voordat zij weer kunnen trouwen. Daarop kan alleen een uitzondering worden gemaakt als uit medisch onderzoek blijkt dat zij niet zwanger zijn. Op die manier wil Turkije duidelijkheid over het vaderschap verzekeren en bloedlijnen helder houden. Het EHRM acht de regeling apert ongeschikt om dit doel te bereiken. Bovendien tast de regeling het privéleven van vrouwen ernstig aan en gaat deze uit van zwaar verouderde stereotypen over het seksleven van vrouwen en de vrouwelijke seksualiteit. Daarom zijn art. 8, 12 en 14 EVRM geschonden.
27-06-2023
(Zaaknaam: Nurcan Bayraktar t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2023:0627JUD002709420, EHRC-2023-0174) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2010 wilden Greenpeace-activisten vanaf het Nederlandse schip ‘Arctic Sunrise’ actievoeren tegen olieboringen via offshore boortorens. Zij wilden een van deze boortorens bezetten, maar de Russische veiligheidsdiensten wisten dat te voorkomen door het schip te overmeesteren en het daarna naar Moermansk te laten varen. Het Hof verklaart zich bevoegd om over de zaak te oordelen en kwalificeert het overmeesteren en wegslepen als vrijheidsberoving. Het geheel ontkennen van een dergelijke vrijheidsbeneming is de ergst denkbare schending van art. 5 EVRM. Op dezelfde gronden van willekeur is bovendien de uitingsvrijheid (art. 10 EVRM) geschonden.
27-06-2023
(Zaaknaam: Bryan e.a. t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2023:0627JUD2251514, EHRC-2023-0166) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Nigeriaanse vrouw is naar Ierland gereisd en heeft daar een dochter gekregen die de Ierse nationaliteit heeft. Klaagster heeft op die grond een verblijfsstatus geclaimd, net als een kindertoeslag. Die laatste kreeg zij pas toegekend toen de verblijfsstatus eenmaal was geformaliseerd. Het EHRM erkent dat dit een ongelijke behandeling oplevert in verband met het eigendomsrecht – niet met het recht op respect voor het gezinsleven. Doordat zij geen verblijfsstatus had verkeerde de vrouw echter niet in een vergelijkbare situatie als andere ouders. Er is daarom geen strijd met art. 14 jo. 1 EP EVRM.
22-06-2023
(Zaaknaam: X e.a. t. Ierland, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD002385120, EHRC-2023-0177) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tegen Giuliano Germano is aangifte gedaan van huiselijk geweld. Hoewel getuigen de beweringen ontkrachtten, werd aan hem een waarschuwing opgelegd: als hij zich zou misdragen zou dat als strafverzwarende omstandigheid worden gezien. Het EHRM benadrukt dat het begrijpelijk is dat de autoriteiten streng optreden tegen huiselijk geweld, maar de relevante beslissingen moeten zorgvuldig worden genomen. In dit geval was de waarschuwing vaag en minimaal gemotiveerd, ook schoot de rechterlijke toetsing ervan tekort. Art. 8 EVRM is dan ook geschonden.
22-06-2023
(Zaaknaam: Giuliano Germano t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD001079412, EHRC-2023-0168) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Hongarije is het inmiddels niet meer mogelijk om de geslachtsaanduiding in het geboorteregister te wijzigen. Ook toen dat nog wel kon, waren de regels daarvoor echter tegenstrijdig. Zo was het niet mogelijk om medische rapporten formeel erkend te krijgen, maar was het wel noodzakelijk om een formeel erkend rapport bij een verzoek om wijziging van genderregistratie te voegen. Het EHRM oordeelt dat dit in strijd is met art. 8 EVRM.
22-06-2023
(Zaaknaam: R.K. t. Hongarije, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD005400620, EHRC-2023-0176) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tegen een Belarussische man met een verblijfsvergunning in Polen ontstaat een verdenking van samenwerking met de Belarussische veiligheidsdiensten. Op verzoek van de Poolse veiligheidsdienst wordt de man uitgezet, omdat hij een gevaar voor de nationale veiligheid zou vormen. Het EHRM overweegt dat de man geen toegang heeft gehad tot meer dan heel algemene informatie. Anders dan toetsing door een rechter zijn er geen waarborgen geboden die de gebrekkige toegang tot het dossier en tot informatie kunnen compenseren. Daardoor is art. 1 Protocol 7 EVRM geschonden.
22-06-2023
(Zaaknaam: Poklikayew t. Polen, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD000110316, EHRC-2023-0175) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2018 had een aantal mensen zich kandidaat gesteld voor verkiezingen in de Spaanse Algemene Raad voor de Rechtspraak. Doordat het parlement vervolgens twee keer werd ontbonden, werd de stemming over de kandidaten uitgesteld. De kandidaten dienden over de lange vertraging in 2020 een amparo-beroep in bij het Spaanse Constitutionele Hof, maar dat werd zonder motivering niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Het EHRM oordeelt met 4 stemmen tegen 3 dat de zaak binnen het bereik van art. 6 lid 1 EVRM valt en dat een ongemotiveerde rechterlijke afwijzing als deze in strijd is met deze bepaling.
22-06-2023
(Zaaknaam: Lorenzo Bragado e.a. t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD005319321, EHRC-2023-0172) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Tsjechië zijn de salarissen van rechters verlaagd door een wijziging in de Salariswet. Het Constitutionele Hof verklaarde de relevante wettelijke bepalingen later nietig, maar het kende geen terugwerkende kracht toe aan die nietigverklaring. Daardoor konden de rechters het salarisverschil niet alsnog uitbetaald krijgen. Het beslissen over de temporele werking behoort volgens het Hof tot de vrijheid van het Constitutionele Hof. Het niet toekennen van terugwerkende kracht is in overeenstemming met Tsjechische staatsrechtelijke conventies. Daarnaast dient deze beslissing een legitiem economisch doel en is deze niet willekeurig. Art. 6 lid 1 en art. 1 EP EVRM zijn daarom niet geschonden.
22-06-2023
(Zaaknaam: Kubát e.a. t. Tsjechië, ECLI:CE:ECHR:2023:0622JUD006172119, EHRC-2023-0171) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Margari is aangehouden vanwege fraude en vervalsing. Omdat vermoed werd dat zij haar handelen voort zou zetten en herkenning door het publiek nodig werd gevonden, werd toestemming verleend om haar foto en persoonsgegevens te publiceren. Het EHRM acht dat op zichzelf niet onredelijk, de publicatie was hier ook beperkt van aard. Margari was echter zelf niet op de hoogte gesteld van de publicatie en had ook weinig mogelijkheden om er in rechte tegen op te komen. Met 4 stemmen tegen 3 oordeelt het Hof daarom dat art. 8 EVRM is geschonden.
20-06-2023
(Zaaknaam: Margari t. Griekenland, ECLI:CE:ECHR:2023:0620JUD003670516, EHRC-2023-0173) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Verschillende vakbondsleden hebben voor de bibliotheek van de universiteit waar zij werkten een stand neergezet. Zij wilden andere personeelsleden informeren over de vakbondsactiviteiten en leden werven. Ze moesten de actie echter beëindigen en kregen een niet-punitieve waarschuwing opgelegd. Het EHRM benadrukt dat er ruimte moet zijn voor dit soort spontane acties, zeker als die – zoals hier – geen verstoring van de openbare orde opleveren. Zeker nu ook een enkele waarschuwing al een ‘chilling effect’ kan hebben, is art. 11 EVRM hierdoor geschonden.
20-06-2023
(Zaaknaam: Kaymak e.a. t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2023:0620JUD006223912, EHRC-2023-0170)
Hof van Justitie van de Europese Unie
-
Hof van Justitie van de Europese Unie
In Frankrijk zijn twee verdachten na aanhouding niet meteen op de hoogte gesteld van hun verdedigingsrechten, waaronder het zwijgrecht. Het HvJ EU wijst erop dat het de in art. 47 en 48 Hv vastgelegde rechten conform art. 52 lid 3 Hv moet uitleggen in overeenstemming met de EHRM-rechtspraak. Daaruit blijkt dat het niet meteen in strijd is met de procedurele grondrechten om niet alle informatie over deze rechten meteen te geven, mits verdachten maar niet de mogelijkheid wordt ontzegd om daadwerkelijk toegang te hebben tot een advocaat en tot het dossier.
22-06-2023
(Zaaknaam: K.B. en F.S. (Relevé d’office dans le domaine pénal), ECLI:EU:C:2023:498, EHRC-2023-0169) -
Hof van Justitie van de Europese Unie
De Europese Commissie heeft een inbreukprocedure gevoerd tegen Hongarije omdat voor het kunnen indienen van een asielverzoek aan de Hongaarse grens nodig is dat asielzoekers eerst een procedure voeren bij een Hongaarse diplomatieke vertegenwoordiging in een derde land. Het HvJ EU overweegt dat een dergelijke voorwaarde indruist tegen onder meer art. 18 Hv. Een rechtvaardiging hiervoor kan ook niet worden gevonden in de strijd tegen verspreiding van Covid-19; de gestelde regeling is niet alleen kennelijk onevenredig, maar ook ongeschikt en niet noodzakelijk om het doel te bereiken.
22-06-2023
(Zaaknaam: Europese Commissie t. Hongarije (Déclaration d’intention préalable à une demande d’asile), ECLI:EU:C:2023:504, EHRC-2023-0167)