Update
Uitspraken van 07-07-2021 tot 19-07-2021
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 14 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
Wij zijn in september weer bij u terug met een nieuwe EHRC Updates. Een fijne zomer gewenst!
Met hartelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Naar Pools recht is het ontvangen van een langduriger, ongesuperviseerd bezoek van de vaste partner (‘conjugal visits’) alleen mogelijk als beloning voor goed gedrag. Het EHRM overweegt dat dit niet als zodanig problematisch is, maar dat het weigeren van zo’n privilege dan wel goed moet worden overwogen en gemotiveerd; een grond daarvoor kan bijvoorbeeld gelegen zijn in slecht gedrag van de gevangene. Ook is van belang dat er wel andere contacten met de partner mogelijk blijven. Als aan dergelijke eisen is voldaan, is art. 8 EVRM niet geschonden.
01-07-2021
(Zaaknaam: Lesław Wójcik t. Polen, ECLI:CE:ECHR:2021:0701JUD006642409, EHRC-2021-0183) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een wensvader had anoniem een krantenadvertentie geplaatst waarin hij een draagmoeder aanzocht. Hierop reageerde een undercoverjournalist, die hun ontmoetingen heimelijk filmde. Zonder toestemming van de wensvader werden zowel een videoreportage als een krantenartikel geplaatst met veel beeldmateriaal. Het EHRM ziet hierin een schending van art. 8 EVRM, vooral omdat klager zelf niet de media had gezocht en ook geen toestemming had gegeven voor de beelden, en die beelden bovendien niet noodzakelijk waren om de boodschap van de publicaties uit te dragen.
01-07-2021
(Zaaknaam: Hajovsky t. Slowakije, ECLI:CE:ECHR:2021:0701JUD000779616, EHRC-2021-0181) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Verschillende milieuorganisaties hebben een procedure aangespannen tegen een overheidsorgaan, omdat dat orgaan volgens hen onjuiste en misleidende informatie over de risico’s van de opslag van radioactief afval in diepe aardlagen had gegeven. De vorderingen van één van hen werden door de nationale rechter niet-ontvankelijk verklaard, omdat haar statutaire doel te algemeen was. Het Hof acht dit in strijd met art. 6 EVRM. Volgens het Hof is er geen sprake van een schending van art. 10 EVRM in verband met het recht op toegang tot overheidsinformatie en de verplichting van de overheid om dergelijke informatie te verschaffen.
01-07-2021
(Zaaknaam: Association Burestop 55 e.a. t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0701JUD005617618, EHRC-2021-0178) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2004 is een groep leden van een politieke partij uit protest het ministerie van gezondheid binnengedrongen en heeft daar een aantal kantoren een tijdlang bezet gehouden. Het Hof vindt het redelijk dat de politie daartegen heeft opgetreden en de demonstranten uit het gebouw heeft gehaald. Problematisch vindt het wel dat aan de klagers meer dan twee jaar gevangenisstraf is opgelegd en dat uit de redengeving daarvoor blijkt dat de politieke boodschap die de demonstranten uitten daarbij een belangrijke rol speelde. Daardoor is de veroordeling toch in strijd met art. 10 EVRM.
29-06-2021
(Zaaknaam: Yezhov e.a. t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2021:0629JUD0022015105, EHRC-2021-0176) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een lid van het Turkse Constitutionele Hof is na de couppoging van juli 2016 gearresteerd op verdenking van lidmaatschap van de FETÖ/PDY; hij is uiteindelijk tot meer dan tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het EHRM acht het voorarrest in strijd met art. 5 lid 1 EVRM, nu het was gebaseerd op een onvoorzienbaar ruime uitleg van een uitzondering op de bijzondere waarborgen bij vervolging van rechters en nu bovendien geen redelijke verdenking van een strafbaar feit ten grondslag is gelegd aan de voorlopige hechtenis.
29-06-2021
(Zaaknaam: Tercan t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2021:0629JUD000615818, EHRC-2021-0184) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Op grond van een in 2017 aangenomen wet heeft de Poolse minister van justitie absolute discretie verkregen om hoge functionarissen bij gerechten uit hun functies te ontheffen, zonder verplichting tot motivering en zonder mogelijkheid van rechtsbescherming. Het EHRM oordeelt op basis van de Vilho Eskelinen-criteria dat deze beslissingen betrekking hebben op ‘burgerlijke rechten en verplichtingen’ in de zin van art. 6 EVRM. De kern van het recht op toegang tot de rechter acht het Hof geschonden door de mate van discretie en het ontbreken van iedere vorm van procedurele waarborgen of rechtsbescherming.
29-06-2021
(Zaaknaam: Broda en Bojara t. Polen, ECLI:CE:ECHR:2021:0629JUD002736718, EHRC-2021-0179) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Moldavië zijn verschillende organisaties die Falun Gong praktiseren ontbonden, onder meer omdat deze spirituele beweging als internationaal symbool een aantal gele, omgekeerde swastika’s voert en zou oproepen tot haat. Uiteindelijk heeft er een revisie op nationaal niveau plaatsgevonden omdat de ontbinding in strijd zou zijn met de godsdienst- en verenigingsvrijheid, maar die uitspraken zijn nog niet ten uitvoer gelegd. Het EHRM stemt in met het nationale oordeel in revisie en oordeelt dat de niet-tenuitvoerlegging in strijd is met art. 9 en 11 EVRM.
29-06-2021
(Zaaknaam: A.O. Falun Dafa e.a. t. Moldavië, ECLI:CE:ECHR:2021:0629JUD002945815, EHRC-2021-0177) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Armeense verdachte zou worden uitgeleverd aan Rusland, ondanks het feit dat hij ernstige gezondheidsklachten heeft en door artsen is verklaard dat hij niet kan reizen zonder grote gezondheidsrisico’s te lopen. Het EHRM is van oordeel dat klager de risico’s voldoende heeft aangetoond, maar dat de Armeense autoriteiten hem tijdens de uitleveringsprocedure te weinig gelegenheid hebben gegeven om dit te doen en ook zelf te weinig onderzoek hebben gedaan naar de medische risico’s. Zolang dat niet alsnog gebeurt zal uitlevering in strijd komen met art. 3 EVRM.
24-06-2021
(Zaaknaam: Khachaturov t. Armenië, ECLI:CE:ECHR:2021:0624JUD005968717, EHRC-2021-0173) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een kind van vier jaar oud is beweerdelijk seksueel misbruikt door haar vader. Door onzorgvuldigheden bij het afnemen van haar verklaringen zijn deze in de strafzaak tegen de vader niet goed bruikbaar gebleken; de vader is vrijgesproken wegens gebrek aan (betrouwbaar) bewijs. Het EHRM is van oordeel dat de Estse autoriteiten hun positieve verplichtingen onder art. 3 en 8 EVRM als gevolg van deze onzorgvuldigheden niet voldoende zijn nagekomen.
22-06-2021
(Zaaknaam: R.B. t. Estland, ECLI:CE:ECHR:2021:0622JUD002259716, EHRC-2021-0175) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2005 heeft een bataljon in een Tsjetsjeens dorp een operatie uitgevoerd waarbij mensen zijn mishandeld en elf mannen zijn verdwenen. Een dag erna werd een aanval uitgevoerd door een illegale gewapende groep – gehuld in de kleding van het bataljon – waarbij een man om het leven kwam. Het EHRM houdt Rusland verantwoordelijk voor het handelen van het bataljon, maar niet voor dat van de gewapende groep. Het stelt onder meer schendingen vast van art. 2 en 3 EVRM, zowel in materieel als procedureel opzicht, en van art. 14 EVRM doordat eventuele racistische motieven onvoldoende zijn onderzocht.
22-06-2021
(Zaaknaam: Adzhigitova e.a. t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2021:0622JUD004016507, EHRC-2021-0169) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Le Soir is in 1994 een artikel gepubliceerd over een auto-ongeluk, waarbij de naam van bestuurder G. volledig werd genoemd. Deze werd in 2000 vanwege zijn betrokkenheid veroordeeld, maar later gerehabiliteerd. Toen het krantenarchief gedigitaliseerd en doorzoekbaar werd, heeft G. de rechter met succes verzocht de hoofdredacteur van de krant te verplichten om het digitale artikel te anonimiseren. Het belang van de archieffunctie van kranten en toegankelijkheid van informatie afwegend tegen het belang van G. bij bescherming van zijn goede naam oordeelt het Hof dat deze anonimiseringsverplichting niet in strijd was met art. 10 EVRM.
22-06-2021
(Zaaknaam: Hurbain t. België, ECLI:CE:ECHR:2021:0622JUD005729216, EHRC-2021-0172) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een belangrijk figuur in een Baskische afscheidingsbeweging heeft in 2008 een speech gehouden waarin hij lof toezwaaide aan een dertig jaar eerder vermoord ETA-lid. Hij is daarvoor strafrechtelijk veroordeeld omdat hij in zijn speech terrorisme zou verdedigen en in verdekte bewoordingen zou pleiten voor omverwerping van het systeem. Het Hof deelt de nationale lezing van de speech niet en ziet daarin geen directe of indirecte oproep tot geweld of gewapende strijd, of anderszins van hate speech. De veroordeling was dan ook ongerechtvaardigd en daarmee in strijd met art. 10 EVRM.
22-06-2021
(Zaaknaam: Erkizia Almandoz t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2021:0622JUD000586917, EHRC-2021-0171) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2004 is Yasser Arafat in een Frans ziekenhuis overleden. Op verzoek van zijn weduwe en dochter is later, in 2012, strafrechtelijk onderzoek gedaan omdat een verdenking van poloniumvergiftiging bestond. Dit onderzoek is uiteindelijk gesloten omdat uit verschillende deskundigenrapporten bleek dat er onvoldoende bewijs was. Het EHRM is van oordeel dat dit onderzoek in algemene zin zorgvuldig is verlopen en op de ingewonnen deskundigenrapporten goed gemotiveerd is gereageerd. Het ziet dan ook geen strijd met art. 6 lid 1 EVRM en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
10-06-2021
(Zaaknaam: El Kodwa Arafat t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0610DEC0082189/17, EHRC-2021-0170) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Kroatië bestaat een systeem waarbij na verkeersovertredingen strafpunten kunnen worden opgelegd. Als over een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid strafpunten is verkregen, wordt automatisch een rijverbod opgelegd. Het EHRM oordeelt dat een dergelijk systeem vooral de verkeersveiligheid beschermt en geen punitief karakter heeft. Dit is anders dan wanneer een rijverbod als bijkomende straf wordt opgelegd na het begaan van een verkeersovertreding. Er is dan ook geen sprake van een strafrechtelijke sanctie in de zin van art. 4 P7 EVRM.
08-06-2021
(Zaaknaam: Darko Matijasic t. Kroatië, ECLI:CE:ECHR:2021:0608DEC003877115, EHRC-2021-0174)
Hof van Justitie van de Europese Unie
-
Hof van Justitie van de Europese Unie
In Letland kunnen strafpunten worden toegekend bij het begaan van verkeersovertredingen. Die worden aangetekend in een nationaal register, waartoe ook derden en marktdeelnemers toegang kunnen hebben. Het HvJ oordeelt dat het hierbij gaat om een verwerking van persoonsgegevens die onder de AVG valt; meer specifiek gaat het om gevoelige persoonsgegevens in de zin van artikel 10 AVG. Het HvJ acht de noodzaak van deze verwerking voor het verbeteren van de verkeersveiligheid niet voldoende aangetoond.
22-06-2021
(Zaaknaam: Latvijas Republikas Saeima (Points de pénalité), ECLI:EU:C:2021:504, EHRC-2021-0182) -
Hof van Justitie van de Europese Unie
In een zaak over het plaatsen van illegale content op YouTube of een deelplatform als ‘Uploaded’ oordeelt het HvJ dat de exploitanten van dergelijke onlineplatformen in beginsel zelf geen mededeling aan het publiek doen van auteursrechtelijk beschermde content die hun gebruikers illegaal online plaatsen. Zij delen echter deze content wel in strijd met het auteursrecht aan het publiek mee, indien zij niet louter platformen ter beschikking stellen, maar er daarnaast toe bijdragen dat het publiek toegang tot die content wordt verleend.
22-06-2021
(Zaaknaam: Frank Peterson, ECLI:EU:C:2021:503, EHRC-2021-0180)