Machalicky t. Tsjechië, EHRM 10 oktober 2024, nr. 42760/16
Klager is vervolgd wegens fraude, maar later is de tenlastelegging gewijzigd naar een lichter delict. Toen de zaak voor de rechter kwam, werd deze beëindigd omdat de verjaringstermijn was verstreken. Klager heeft vervolgens bij de civiele rechter een schadevergoeding gevorderd vanwege de gemaakte proceskosten. Die is afgewezen, onder meer omdat uit de motivering van de strafrechter zou blijken dat klager wel degelijk schuldig was. Het Hof acht dit onverenigbaar met de onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM, al hoeft dat zeker niet in ieder geval van het weigeren van compensatie wegens beëindiging van strafvervolging zo te zijn.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10-10-2024