Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10 december 2019, nr. 28749/18
Het in voorlopige hechtenis nemen en houden van een mensenrechtenactivist vanwege vermeende betrokkenheid bij geweldgebruik tijdens een demonstratie en bij de mislukte coup in Turkije in 2016 is in strijd met art. 5 lid 1 (c) EVRM, omdat niet is gebleken dat deze hechtenis was ingegeven door een redelijke verdenking. Het Hof acht aannemelijk dat het voorarrest een buitenliggend doel diende, namelijk om klager als mensenrechtenactivist tot zwijgen te brengen, in strijd met art. 18 EVRM.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10-12-2019