Update
Uitspraken van 28-04-2024 tot 06-05-2024
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 8 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
De redactie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een Franse gevangenis vond in 2019 een gevangenisopstand en stakingsactie plaats. Een interventieteam greep in, waarna de gevangenen bijna 20 dagen in isolatie werden gehouden en regelmatig werden gefouilleerd door gemaskerde bewakers. Het EHRM stelt voorop dat enkele gevangenen niet hebben gevraagd om een voorlopige maatregel om de situatie te veranderen; hun klachten zijn dan ook niet ontvankelijk wegens niet-uitputting van rechtsmiddelen. Voor de andere gevangenen geldt dat het fouilleren niet, maar de isolatie wel in strijd was met het verbod op vernederende en onmenselijke behandeling, in strijd met art. 3 EVRM.
18-04-2024
(Zaaknaam: Leroy e.a. t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2024:0418JUD003243919, EHRC-2024-0119) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tonchev heeft in 2004 een bestuurlijke boete opgelegd gekregen wegens rijden onder invloed. Deze boete werd genoteerd op zijn strafblad en deze notering had na vijf jaar moeten worden verwijderd. Dat is niet gebeurd. Het Hof oordeelt dat het bewaren van dit soort gegevens geen kennelijk nadeel voor het individu oplevert. Ook het openbaar maken ervan heeft geen tastbaar nadeel veroorzaakt, maar het Hof behandelt de zaak toch vanwege de relevantie voor de grondrechtenbescherming. Het constateert dat de Bulgaarse dataretentiewetgeving onduidelijk en inconsistent is en daarmee niet voldoet aan het EVRM-vereiste van voorzienbaarheid. Art. 8 EVRM is dan ook geschonden.
16-04-2024
(Zaaknaam: Borislav Tonchev t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2024:0416JUD004051915, EHRC-2024-0111) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In IJsland vond in 2021 een hertelling plaats bij de parlementsverkiezingen. Twee kandidaten hebben daarover klachten ingediend, die zijn onderzocht door twee parlementaire geloofsbrievencommissies. Deze constateerden onregelmatigheden en toonden interne verdeeldheid, maar hun rapporten hebben uiteindelijk niet tot aanpassing van de verkiezingsuitslag geleid. Het EHRM overweegt dat de geloofsbrievencommissies niet voldeed aan eisen van onpartijdigheid en objectiviteit. Ook waren er onvoldoende regels en waarborgen om een goede klachtbehandeling te garanderen. Gelet daarop zijn art. 13 en art. 3 EP EVRM geschonden.
16-04-2024
(Zaaknaam: Gudmundur Gunnarsson and Magnus David Norddahl t. IJsland, ECLI:CE:ECHR:2024:0416JUD002415922, EHRC-2024-0115) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tijdens een certificeringsvlucht is een microlightvliegtuigje gecrasht, waardoor V.H. is komen te overlijden. Een onderzoek wees uit dat de crash het gevolg was van besturings- en technische fouten. Nabestaanden van V.H. stelden voor het EHRM dat het onderzoek en wetgevend raamwerk tekortschoten. Het EHRM oordeelt dat de klacht over het wetgevend raamwerk het materiële aspect van art. 2 EVRM betreft. Deze – pas later ingevoegde – klacht kan niet als onderdeel van de initiële klacht worden gezien en is niet-ontvankelijk. Het Hof acht het uitgevoerde onderzoek toereikend en niet willekeurig, zodat art. 2 EVRM niet is geschonden.
16-04-2024
(Zaaknaam: Huci t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2024:0416JUD005500920, EHRC-2024-0116) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2005 heeft Nina Dimitrova een hypotheek verkregen, maar in 2012 is zij opgehouden met de terugbetaling daarvan. Daarop is de bank incassoprocedures gestart en uiteindelijk is de woning in 2016 via een openbare veiling verkocht. Het Hof wijst op het zeer bijzondere karakter van de Bulgaarse incassoprocedures voor banken, die erg benadelend kunnen uitwerken voor debiteuren. De wetgeving is inmiddels in overeenstemming met EU-recht gebracht, maar klaagster heeft daarvan niet kunnen profiteren. Daardoor is art. 1 EP EVRM geschonden. Nu niet bewijsbaar is dat zij de flat zelf bewoonde, is art. 8 EVRM niet van toepassing.
16-04-2024
(Zaaknaam: Nina Dimitrova t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2024:0416JUD004066916, EHRC-2024-0122) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Allouche is werkzaam bij een organisatie die zich inzet voor de nagedachtenis van de slachtoffers van de Holocaust. Nadat zij een dateverzoek van B. had afgewezen, bestookte deze haar met talrijke (doods)bedreigingen, die duidelijk van sterk antisemitische aard waren. Hoewel het antisemitische karakter aanvankelijk wel werd erkend, werd B. uiteindelijk alleen vervolgd en veroordeeld vanwege enkelvoudige doodsbedreigingen. Het EHRM oordeelt dat de rechters door het niet onderkennen van de overduidelijk antisemitische aard van de bedreigingen onvoldoende erkenning van en bescherming hebben gegeven tegen discriminatie, in strijd met art. 8 en 14 EVRM.
11-04-2024
(Zaaknaam: Allouche t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2024:0411JUD008124917, EHRC-2024-0110) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Klager is tot tweemaal toe aangevallen toen hij met een vriend op straat respectievelijk in een supermarkt liep. Hierbij werden er homofobe opmerkingen gemaakt. In beide gevallen zijn uiteindelijk geen verdachten aangehouden en is het onderzoek gestaakt. Het EHRM oordeelt dat beide situaties binnen het toepassingsbereik van art. 3 EVRM vallen. Doordat de staat weinig gedaan heeft om de kwesties te onderzoeken, met name ook de homofobe motieven, heeft de staat bovendien een mate van onverschilligheid getoond die kan neerkomen op berusting in of zelfs ondersteuning van haatmisdrijven. Dit is in strijd met art. 3 jo. 14 EVRM.
11-04-2024
(Zaaknaam: Karter t. Oekraïne, ECLI:CE:ECHR:2024:0411JUD001817917, EHRC-2024-0117) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
E.L. is naar zijn zeggen seksueel misbruikt in een kindertehuis. Hoewel er aanwijzingen zijn dat het misbruik inderdaad heeft plaatsgevonden, is het onderzoek naar de betrokkenheid van de directeur en vier anderen afgesloten wegens gebrek aan bewijs. Volgens het EHRM lijkt het erop dat het alleen zou zijn voortgezet als de getuigen hun betrokkenheid zouden hebben bekend. Omdat er te weinig forensisch psychiatrische en psychologisch onderzoek is uitgevoerd, is art. 3 EVRM in procedureel opzicht geschonden.
09-04-2024
(Zaaknaam: E.L. t. Litouwen, ECLI:CE:ECHR:2024:0904JUD001247120, EHRC-2024-0112) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2008 is Rusland de Georgische regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië binnengevallen. Daarop heeft het land deze regio’s tot afzonderlijke republieken uitgeroepen, maar formeel maken ze nog steeds deel uit van Georgië. Sinds 2009 is Rusland steeds meer overgegaan tot het trekken van een steeds hardere landsgrens tussen de regio’s en Georgië, wat heeft geleid tot strenge grenscontroles, uiteenscheuren van families, moeilijke toegankelijkheid van woningen en grond, vele arrestaties, mishandeling en overlijdens. Het EHRM acht deze officieel getolereerde, administratieve praktijk in strijd met art. 2, 3, 5 lid 1, 8, 1 EP, 2 EP en 2 P4 EVRM.
09-04-2024
(Zaaknaam: Georgië t. Rusland (IV), ECLI:CE:ECHR:2024:0904JUD0039611/18, EHRC-2024-0114) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Twee leden van de Hells Angels worden in de VS gezocht op verdenking van onder meer drugshandel. Roemenië wil hen uitleveren, nu de VS hebben bevestigd dat geen niet-verkortbare levenslange gevangenisstraf wordt opgelegd. De twee zijn in afwachting van hun uitlevering in bewaring gehouden, ook nadat het EHRM interimmaatregelen had opgelegd om de uitlevering op te schorten. Het EHRM acht onaannemelijk dat een niet-verkortbare levenslange gevangenisstraf wordt opgelegd en verklaart de klacht over art. 3 EVRM kennelijk ongegrond. Het voortzetten van de vrijheidsbeperkingen in afwachting van de uitspraak van het Hof is verenigbaar met art. 5 lid 1 (f) EVRM.
09-04-2024
(Zaaknaam: Matthews en Johnson t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2024:0409JUD001912421, EHRC-2024-0120) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Sarac is op zevenjarige leeftijd naar Denemarken gekomen en woont daar nu 26 jaar. In 2012 en 2013 is hij veroordeeld voor lichtere overtredingen; in 2020 wegens zwaardere vergrijpen van drugs- en wapenbezit. Die veroordeling ging gepaard met een uitzettingsbevel met een levenslang inreisverbod. Het EHRM begrijpt de nationale overwegingen, maar overweegt dat de vergrijpen niet laten zien dat Sarac een groot gevaar voor de openbare orde vormt. Zeker nu zijn banden met Denemarken veel sterker zijn dan die met zijn thuisland, is het opleggen van een uitzettingsbevel met levenslang inreisverbod disproportioneel en daarmee in strijd met art. 8 EVRM.
09-04-2024
(Zaaknaam: Sarac t. Denemarken, ECLI:CE:ECHR:2024:0409JUD001986621, EHRC-2024-0124) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Spanje bestaat een subsidieregeling voor bepaalde energiebedrijven. Na een aanpassing ontvangen deze bedrijven nu alleen nog subsidie tot het bedrag van het redelijk te verwachten rendement voor de sector. Nu Energyworks Cartagena al ruim meer dan het redelijke rendement had behaald, is voor de periode 2013-2016 haar subsidie op nul vastgesteld. Nu eerder behaald hoger rendement niet tot een terugbetalingsverplichting leidde, oordeelt het Hof dat hierbij geen sprake is van verboden terugwerkende kracht. Gelet op de vaststellingswijze van de subsidie is daarnaast geen sprake van ‘eigendom’ in de zin van art. 1 EP EVRM, zodat de zaak niet-ontvankelijk is.
26-03-2024
(Zaaknaam: Energyworks Cartagena S.L. t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2024:0326DEC007508817, EHRC-2024-0113) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Kirkorov is in Rusland een bekende en populaire zanger. Hij staat bekend om zijn steun voor de Russische verovering van de Krim en voor Poetin. In Litouwen wordt hij gezien als een ‘soft power’ die Russische propaganda en desinformatie wil verspreiden. Daarom krijgt hij in 2021 een inreisverbod voor vijf jaar opgelegd. Het EHRM acht dat niet onredelijk. Aangenomen kan worden dat Kirkorovs inzet voor Russische propaganda een reële bedreiging van de interne openbare veiligheid in Litouwen oplevert. De klacht over schending van de vrijheid van meningsuiting is dan ook kennelijk ongegrond.
19-03-2024
(Zaaknaam: Kirkorov t. Litouwen, ECLI:CE:ECHR:2024:0319DEC001217422, EHRC-2024-0118)
Hof van Justitie van de Europese Unie
-
Hof van Justitie van de Europese Unie
Een vluchteling heeft in Ierland een asielverzoek ingediend, nadat twee eerdere verzoeken in Zweden zijn afgewezen. Ierland wil het asielverzoek niet zelf behandelen en heeft Zweden gevraagd om terugname. De vluchteling wil hiertegen procederen. Het HvJ EU stelt echter vast dat lidstaten niet verplicht zijn om een rechtsmiddel te creëren voor zover een zaak uitsluitend betrekking heeft op het al of niet gebruiken van de discretionaire bevoegdheid om een asielverzoek toch zelf te behandelen. Gelet daarop is art. 47 Hv ook niet van toepassing, nu de kwestie feitelijk niet onder EU-recht valt.
18-04-2024
(Zaaknaam: Minister for Justice (Clause discrétionnaire – Recours), ECLI:EU:C:2024:334, EHRC-2024-0121) -
Hof van Justitie van de Europese Unie
EP, een Brits staatsburger, woont al sinds 1984 in Frankrijk, maar heeft nooit de Franse nationaliteit aangenomen. Sinds de Brexit kan ze als derdelander niet meer deelnemen aan de Franse gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het HvJ EU benadrukt dat dit het gevolg is van de eigen, soevereine keuze van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de EU. Het beroep op bepalingen van het Handvest, zoals het kiesrecht van art. 39 Hv, ketst daarbij af op het feit dat de Handvestbepalingen niet van toepassing zijn verklaard op het relevante onderdeel van het terugtredingsakkoord.
18-04-2024
(Zaaknaam: Préfet du Gers en Institut national de la statistique en des études économiques II, ECLI:EU:C:2024:339, EHRC-2024-0123)