Update
Uitspraken van 01-03-2023 tot 13-03-2023
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 5 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
De redactie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2017 heeft de Cypriotische G.K. haar kind meegenomen uit de VS, zonder instemming van de vader. De Cypriotische autoriteiten oordeelden dat het kind moest worden teruggegeven aan de in de VS wonende vader. Daarbij speelde mee dat G.K.’s verklaringen over geweld door de vader onbetrouwbaar en tegenstrijdig waren. Het EHRM oordeelt dat de procedure in Cyprus zorgvuldig is geweest. G.K. heeft geprobeerd die te traineren om een voldongenfeitsituatie te creëren en terugkeer te verhinderen, maar het EHRM staat dat niet toe. Het besluit tot terugkeer was verenigbaar met art. 8 EVRM.
21-02-2023
(Zaaknaam: G.K. t. Cyprus, ECLI:CE:ECHR:2023:0221JUD001620521, EHRC-2023-0076) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Moldavië maakten tot voor kort de minister van Justitie en de procureur-generaal deel uit van de Raad voor de Rechtspraak, die ook belast was met het voeren van tuchtrechtelijke procedures tegen rechters. Het EHRM oordeelt dat dit inherent in strijd is met de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht. Ook voor de benoeming van hoogleraren in de Raad bestonden te weinig procedurele waarborgen. Tuchtrechtelijke beslissingen genomen door tuchtraden die werden samengesteld uit de Raad waren dan ook in strijd met art. 6 lid 1 EVRM. Inmiddels zijn de procedures overigens veranderd en EVRM-proof gemaakt.
21-02-2023
(Zaaknaam: Catana t. Moldavië, ECLI:CE:ECHR:2023:0221JUD004323713, EHRC-2023-0074) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Ibrahimbeyov en enkele anderen hadden stukken grond gekocht van de gemeente. Later bleek dat die grond niet verkocht had mogen worden en zijn de eigendomstitels vernietigd. Het Hof overweegt dat het beginsel van ‘good governance’ niet in de weg hoeft te staan aan correctie van gemaakte fouten, maar dat daarbij wel het evenredigheidsbeginsel moet worden gerespecteerd. In het onderhavige geval hebben de kopers geen compensatie gekregen, maar gebleken is dat zij daarvoor wel mogelijkheden hebben gehad. Art. 1 EP EVRM is dan ook niet geschonden.
16-02-2023
(Zaaknaam: Ibrahimbeyov e.a. t. Azerbeidzjan, ECLI:CE:ECHR:2023:0216JUD003238013, EHRC-2023-0079) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In de ‘Luxleaks’-affaire heeft een (oud-)medewerker van PricewaterhouseCoopers (PwC) duizenden pagina’s met informatie over belastingteruggaves aan een journalist overhandigd. Vanwege reputatieaantasting van PwC is hij veroordeeld tot een boete. Een Kamer van het EHRM achtte dat eerder gerechtvaardigd. De Grote Kamer ziet in Europese ontwikkelingen reden om de vaste klokkenluiderscriteria aan te scherpen en te verfijnen. De nationale rechter heeft die criteria op zichzelf zorgvuldig toegepast, maar heeft volgens het Hof toch een verkeerde belangenafweging gemaakt. Het Hof stelt zijn eigen afweging daarvoor in de plaats en stelt vast dat art. 10 EVRM is geschonden.
14-02-2023
(Zaaknaam: Halet t. Luxemburg, ECLI:CE:ECHR:2023:0214JUD002188418, EHRC-2023-0077) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Freire Lopes heeft in 2012 via de bank BES effecten verworven met een waarde van 185.000 euro. BES kocht in 2014 de effecten terug, tegen een rente van 20.000 euro. Vervolgens raakte de bank in zwaar water en werden harde maatregelen getroffen; onder meer werd de bankenlicentie van BES ingetrokken. Door die maatregelen heeft klager zijn aanspraken op de BES nooit te gelde kunnen maken. Het EHRM acht dat niet onredelijk, gelet op de noodzaak van de maatregelen en gelet op het risico dat inherent is aan het opereren op de financiële markten. Geen schending art. 1 EP EVRM.
31-01-2023
(Zaaknaam: Freire Lopes t. Portugal, ECLI:CE:ECHR:2023:0131DEC005859821, EHRC-2023-0075)