Update
Uitspraken van 01-09-2021 tot 13-09-2021
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 16 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
Met hartelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In eerste aanleg is X veroordeeld wegens herhaaldelijke winkeldiefstallen. Zij is in hoger beroep gegaan en wilde bij de zitting aanwezig zijn, maar werk in het buitenland verhinderde dat. Een eerste uitstelverzoek werd toegewezen, maar een tweede werd afgewezen vanwege het belang van een vlot en effectief procesverloop. Het EHRM oordeelt dat dit procedurele belang ten onrechte zwaarder heeft gewogen dan het belang van X, voor wie de aanwezigheid ter zitting heel belangrijk was. Dit levert een schending van art. 6 lid 3 (c) EVRM op.
27-07-2021
(Zaaknaam: X. t. Nederland, ECLI:CE:ECHR:2021:0727JUD007263117, EHRC-2021-0214) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een belangrijke Portugese televisiezender heeft in 2013 bericht over een pedofilienetwerk dat zou zijn ontdekt op de Azoren. Daarbij werd ook gesuggereerd dat R.R. was betrokken, een hoge politicus op de Azoren, die daarop vanwege de geruchten aftrad. Ten onrechte werd ook bericht dat R.R. zou zijn gearresteerd, maar dat bericht werd later geratificeerd. Vanwege de aangedane reputatieschade moest de televisiezender een schadevergoeding van bijna 146.000 euro betalen. Hoewel het EHRM erkent dat er reden kon zijn voor een schadevergoeding, acht het dit bedrag disproportioneel hoog en daarmee strijdig met art. 10 EVRM.
27-07-2021
(Zaaknaam: SIC – Sociedade Independente de Communicao t. Portugal, ECLI:CE:ECHR:2021:0727JUD002985613, EHRC-2021-0213) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Het EHRM onderzoekt of de Tuchtkamer van de Poolse Hoge Raad beschouwd kan worden als een ‘bij wet ingesteld gerecht’ in de zin van art. 6 lid 1 EVRM. In het licht van een uitspraak van de Poolse Hoge Raad, die volgt op een prejudiciële uitspraak van het HvJ EU, concludeert het dat de Poolse Raad voor de Rechtspraak manifest in strijd met nationaal recht is ingericht. Nu deze Raad een bepalende rol speelt bij de benoeming van de leden van de Tuchtkamer, is de kern van het recht op een bij wet ingesteld gerecht aangetast.
22-07-2021
(Zaaknaam: Reczkowicz t. Polen, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD004344719, EHRC-2021-0212) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een moeder met een vier maanden oude baby is tot tweemaal toe in een – niet op jonge kinderen aangepast – Frans centrum voor vreemdelingenbewaring geplaatst. Volgens het EHRM was deze plaatsing voor de baby in strijd met art. 3 EVRM; gelet op de nauwe emotionele en fysieke banden tussen de moeder en haar kind geldt die conclusie ook voor de moeder. Daarnaast is art. 5 EVRM geschonden omdat zowel de administratieve autoriteiten als de nationale rechter onvoldoende hebben onderzocht of er minder vergaande alternatieven van administratieve detentie mogelijk waren.
22-07-2021
(Zaaknaam: M.D. en A.D. t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD005703518, EHRC-2021-0209) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Bij een hervorming van de Oekraïense rechterlijke macht zijn alle raadsheren van de Hoge Raad van hun functies ontheven en moesten zij solliciteren naar hun eigen functies. Na een succesvol beroep bij het Constitutionele Hof zijn de raadsheren (nog) niet teruggeplaatst in hun oude functies. Het EHRM overweegt dat art. 6 lid 1 EVRM van toepassing is. De mogelijkheid van een collectieve procedure bij het Constitutionele Hof neemt niet weg dat ook individuele procedures mogelijk hadden moeten zijn. Strijd met art. 6 EVRM. Daarnaast acht het Hof, gebaseerd op het oordeel van het Constitutionele Hof, art. 8 EVRM geschonden.
22-07-2021
(Zaaknaam: Gumenyuk e.a. t. Oekraïne, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD001142319, EHRC-2021-0208) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een producent van condooms ontwerpt licht satirische verpakkingen, maar enkele ontwerpen stuitten leden van de Georgische Orthodoxe Kerk tegen de borst. De producent werd daarop verplicht om vanwege ‘onethische reclame’ de verspreiding van een aantal afbeeldingen te beëindigen. Volgens het EHRM gaat het hier niet om puur commerciële uitingen, waardoor de beoordelingsmarge relatief smal is. Voor één afbeeldingen kan het de nationale kritiek volgen, voor de andere geldt dat er geen ‘pressing social need’ was en dat het nationale oordeel bovendien in strijd was met de waarde van religieus pluralisme. Strijd met art. 10 EVRM.
22-07-2021
(Zaaknaam: Gachechiladze t. Georgië, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD000259119, EHRC-2021-0207) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Marokkaanse staatsburger van Sahrawi-afkomst heeft geprobeerd in Frankrijk asiel aan te vragen, maar zijn asielverzoeken zijn afgewezen omdat zijn asielrelaas te vaag en onbetrouwbaar was. Het EHRM ziet dat Sahrawi-activisten in Marokko bijzondere risico’s voor vervolging lopen, maar is het met de Franse autoriteiten eens dat te weinig bewijs is geleverd om dat risico in het geval van E.H. te onderbouwen. Daarnaast wijst het EHRM op een aantal verbeteringen in de Franse asielprocedure die maken dat deze nu, anders dan in eerdere zaken, voldoet aan de eisen van art. 13 EVRM.
22-07-2021
(Zaaknaam: E.H. t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD003912618, EHRC-2021-0206) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Armeen is in 2009 nabij de grens met Azerbeidzjan verdwenen. Hij heeft twee jaar lang incommunicado in Azerbeidzjan gevangen gezeten en is daarna bij een door het Rode Kruis bemiddelde gevangenruil vrijgelaten. Hij lijdt nu aan paranoïde schizofrenie en heeft ernstige wanen. Het EHRM acht onvoldoende weerlegd dat dit niet door de detentie is veroorzaakt en wijst erop dat Azerbeidzjan ook verder geen enkele informatie heeft gegeven over de detentielocatie en omstandigheden, noch een rechtvaardiging voor de detentie heeft gegeven. Art. 3 en 5 lid 1 EVRM zijn dan ook geschonden.
22-07-2021
(Zaaknaam: Badalyan t. Azerbeidzjan, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD005129511, EHRC-2021-0204) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een strafrechtelijk onderzoek naar mishandeling van journalist A.K. is toestemming gegeven om diens telefoon af te luisteren en ook die van zijn ‘contacten’. Daardoor is vermoedelijk ook de telefoon van een andere journalist, Azer Ahmadov, afgeluisterd. Het Hof acht het niet aannemelijk dat er in het nationale recht een grondslag bestond om de telefoon van het slachtoffer van een misdrijf af te luisteren. Het bevel was bovendien breed en onvoldoende precies geformuleerd. Art. 8 EVRM is dan ook geschonden.
22-07-2021
(Zaaknaam: Azer Ahmadov t. Azerbeidzjan, ECLI:CE:ECHR:2021:0722JUD000340910, EHRC-2021-0203) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een post-pilotuitspraak oordeelt het EHRM dat een compensatoir rechtsmiddel dat het mogelijk maakt om bij slechte gevangenisomstandigheden achteraf een materiële schadevergoeding te krijgen vooralsnog voldoende effectief en redelijk lijkt. In casu stelt het Hof echter vast dat niet alle relevante perioden van detentie op nationaal niveau zijn beoordeeld en wordt de toegekende schadevergoeding onvoldoende geacht. Waar het gaat om preventie van gevangenisoverbevolking merkt het Hof op dat een aanvankelijk dalende trend in de bezetting weer is gekeerd. Dat maakt dat het Hof oproept tot het nemen van nadere maatregelen om de gevangenisbezetting te verminderen, omdat preventieve rechtsmiddelen om betere omstandigheden af te dwingen anders niet effectief zullen zijn.
20-07-2021
(Zaaknaam: Polgar t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2021:0720JUD003941219, EHRC-2021-0211) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Oostenrijk is een post-mortemonderzoek uitgevoerd op een te vroeg geboren kindje met een zeldzame aandoening, tegen de wens van de ouders. Daarbij zijn ook de organen van het kindje weggenomen – zonder dat de ouders dat wisten – waardoor het kindje niet met de door de ouders gewenste islamitische rituelen kon worden begraven. Het EHRM acht de autopsieregeling voor medisch onderzoek redelijk, maar oordeelt dat in dit geval toch een afweging had moeten worden gemaakt tegen de belangen van de ouders. Het onthouden van informatie over de organen acht het laakbaar en in strijd met art. 8 EVRM.
20-07-2021
(Zaaknaam: Polat t. Oostenrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0720JUD001288616, EHRC-2021-0210) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Uit angst voor vervolging en geweld na de mislukte staatsgreep in Turkije in 2016 heeft een journalist geprobeerd te vluchten naar Bulgarije. Hij werd tegengehouden door de Bulgaarse autoriteiten, die alleen een verklaring hebben afgenomen en hem daarna hebben teruggebracht naar Turkije. Daar werd hij gearresteerd en uiteindelijk vanwege lidmaatschap van een terroristische organisatie veroordeeld. Volgens het EHRM hadden de Bulgaarse autoriteiten kunnen weten van de risico’s van vervolging en hebben zij het asielverzoek van de journalist onzorgvuldig, te gehaast en zonder goede procedure behandeld, in strijd met art. 3 EVRM.
20-07-2021
(Zaaknaam: D t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2021:0720JUD002944717, EHRC-2021-0205) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Na de mislukte coup in Turkije in juli 2016 is een voormalige politieman aangehouden op verdenking van lidmaatschap van de beweerdelijk verantwoordelijke beweging FETÖ/PDY. Reden hiervoor is dat hij de berichtenapp ByLock had gedownload, die ook in gebruik was bij de FETÖ/PDY. Het EHRM stelt vast dat het enkele downloaden van zo’n app geen gegronde verdenking van een strafbaar feit kan opleveren; daarvoor is aanvullend bewijs nodig omtrent het gebruik dat ervan is gemaakt. Nu dat er in dit geval niet was, was het voorarrest in strijd met art. 5 EVRM.
20-07-2021
(Zaaknaam: Akgün t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2021:0720JUD001969918, EHRC-2021-0202)