Update
Uitspraken van 08-06-2021 tot 21-06-2021
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 12 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
Met hartelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een co-directeur heeft een (strafrechtelijk gehandhaafde) plicht opgelegd gekregen tot het betalen van achterstallige belastingen, terwijl hij zegt niet te weten van het eerder niet nakomen van de plicht om bepaalde belasting- en socialezekerheidsgegevens te overleggen. De automatische toerekening van de verantwoordelijkheid daarvoor is volgens hem in strijd met de onschuldpresumptie. Het Hof acht deze aanname niet onredelijk en die loopt ook niet vooruit op een schuldoordeel. Ook gelet op het doel van de aanname (garanderen van het goed functioneren van het socialezekerheidssysteem) is er geen strijd met art. 6 lid 2 EVRM.
03-06-2021
(Zaaknaam: Busuttil t. Malta, ECLI:CE:ECHR:2021:0603JUD004843118, EHRC-2021-0147) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tijdens de vertoning van een film over een gezin van gelijk geslacht door een LGBT-belangenorganisatie is een groep rechtse demonstranten het auditorium binnengedrongen. Zij hebben beledigende leuzen geschreeuwd en voortzetting van de filmvertoning verhinderd. De aanwezige politie heeft volgens het EHRM onvoldoende gedaan om de demonstranten tegen te houden. Meer in het algemeen is de staat tekortgeschoten in de bescherming tegen en het onderzoeken van dit sterk homofoob gemotiveerde gedrag, in strijd met art. 8, 11 en 14 EVRM.
01-06-2021
(Zaaknaam: Association ACCEPT e.a. t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2021:0601JUD001923716, EHRC-2021-0146) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2016 is in België wetgeving aangenomen waardoor het alleen mogelijk is om ontoerekeningsvatbare personen gedwongen op te nemen als zij schuldig zijn aan misdrijven die psychische of fysieke schade hebben berokkend. De klagers zijn al eerder gedwongen opgenomen na vervolging wegens diefstal; dit zou onder de nieuwe wet niet meer mogelijk zijn. Voortzetting van hun vrijheidsberoving acht het Hof verenigbaar met art. 5 EVRM zolang de voorwaarden van een geestelijke stoornis en gevaar voor de samenleving zijn vervuld. Ook het systeem voor herbeoordeling van eenmaal opgelegde gedwongen opname acht het Hof verenigbaar met art. 5 EVRM.
01-06-2021
(Zaaknaam: Denis en Irvine t. België, ECLI:CE:ECHR:2021:0601JUD006281917, EHRC-2021-0148) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een strafprocedure over groepsverkrachting is het slachtoffer beweerdelijk onderworpen aan intimidatie door de autoriteiten en is door hun optreden inbreuk gemaakt op haar persoonlijke integriteit. Volgens het Hof zijn de rechters in eerste aanleg respectvol omgegaan met haar situatie. De uitspraak in hoger beroep gaf echter blijk van duidelijke vooroordelen en stereotypen tegenover vrouwen, hetgeen het Hof problematisch acht vanwege het belang van het tegengaan van gender-gebaseerd seksueel geweld. Dit heeft secundaire victimisatie van het slachtoffer opgeleverd, in strijd met art. 8 EVRM.
27-05-2021
(Zaaknaam: J.L. t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2021:0527JUD000567116, EHRC-2021-0149) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een kind dat tijdelijk in pleegzorg was geplaatst bij een gezin is daar weer weggehaald toen bleek dat de echtgenoot verdacht werd van kinderpornografie. De klaagster heeft zich daartegen verzet, maar het EHRM is van oordeel dat de autoriteiten op goede gronden en na een zorgvuldige procedure hebben aangenomen dat het kind beter af zou zijn bij een ander pleeggezin. Daarnaast heeft klaagster – anders dan zij stelt – voldoende toegang gekregen tot de relevante stukken in haar dossier. Geen schending van art. 8 EVRM.
27-05-2021
(Zaaknaam: Jessica Marchi t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2021:0527JUD005497817, EHRC-2021-0150) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een zaak over bulkinterceptie oordeelt het EHRM dat er belangrijke verschillen zijn tussen gerichte surveillance en het grootschalig onderscheppen en analyseren van gegevens. Gelet op die verschillen identificeert het specifiek voor bulkinterceptie een aantal noodzakelijke waarborgen, waaronder voorafgaande autorisatie door een onafhankelijk orgaan, ‘end-to-end’-waarborgen die in iedere fase van het interceptieproces een proportionaliteitsbeoordeling mogelijk maken en een goede mate van toezicht en ex post facto rechtsbescherming. Hoewel het Zweedse bulkinterceptiesysteem in aanzienlijke waarborgen voorziet, zijn er toch tekortkomingen op het punt van privacy- en rechtsbescherming, zodat het Hof art. 8 EVRM geschonden acht.
25-05-2021
(Zaaknaam: Centrum för Rättvisa t. Zweden, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD003525208, EHRC-2021-0153) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een zaak over bulkinterceptie oordeelt het EHRM dat er belangrijke verschillen zijn tussen gerichte surveillance en het grootschalig onderscheppen en analyseren van gegevens. Gelet op die verschillen identificeert het specifiek voor bulkinterceptie een aantal noodzakelijke waarborgen, waaronder voorafgaande autorisatie door een onafhankelijk orgaan, ‘end-to-end’-waarborgen die in iedere fase van het interceptieproces een proportionaliteitsbeoordeling mogelijk maken en een goede mate van toezicht en ex post facto rechtsbescherming. Daarnaast formuleert het EHRM verschillende bijzondere waarborgen voor doorgifte van gegevens naar het buitenland en voor het onderscheppen van vertrouwelijke (journalistieke) gegevens.
25-05-2021
(Zaaknaam: Big Brother Watch e.a. t. het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD005817013, EHRC-2021-0152) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een journalist heeft in een artikel verslag gedaan van de beschuldigingen aan het adres van het hoofd van een gemeentelijke dienst van aanranding van een minderjarig Romameisje. Later bleken die beschuldigingen ongegrond te zijn. De journalist is vervolgens wegens smaad veroordeeld tot een schadevergoeding. Het Hof acht dat niet onterecht, met name omdat de journalist in het artikel ongefundeerd had gesteld dat de betrokkene zich daadwerkelijk schuldig had gemaakt aan de aanranding. Het opleggen van een schadevergoedingsplicht is dan ook niet in strijd met art. 10 EVRM.
25-05-2021
(Zaaknaam: Miloslavljevic t. Servië, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD005757414, EHRC-2021-0151)
Hof van Justitie van de Europese Unie
-
Hof van Justitie van de Europese Unie
In Italië is een leeftijdsgrens van 50 jaar vastgesteld om te kunnen deelnemen aan het vergelijkend onderzoek voor toegang tot het beroep van notaris. Volgens het Hof lijkt een dergelijke regeling niet de gestelde doelstellingen na te streven (waarborgen van een stabiele uitoefening van dit beroep gedurende een aanzienlijke periode voorafgaand aan de pensionering, beschermen van de goede werking van de notariële prerogatieven, en vergemakkelijken van generatievernieuwing en verjonging van de beroepsstand). Hoe dan ook gaat de regeling verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
03-06-2021
(Zaaknaam: Ministero della Giustizia (notarissen), ECLI:EU:C:2021:430, EHRC-2021-0154) -
Hof van Justitie van de Europese Unie
Art. 157 VWEU (het recht op gelijke beloning van mannen en vrouwen) kan volgens vaste rechtspraak van het HvJ EU niet alleen in verticale rechtsverhoudingen worden ingeroepen, maar ook in verhoudingen tussen particulieren. Daarbij moet de bepaling zo worden uitgelegd dat het geen verschil maakt of het beginsel wordt ingeroepen voor ‘gelijke arbeid’ of ‘gelijkwaardige arbeid’, zoals de verzoeker in het hoofdgeding heeft betoogd.
03-06-2021
(Zaaknaam: werknemers/Tesco, ECLI:EU:C:2021:429, EHRC-2021-0155)