Update
Uitspraken van 24-03-2020 tot 06-04-2020
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Beste lezer,
Hierbij ontvangt u de nieuwsbrief van EHRC Updates. Vanuit deze nieuwsbrief kunt u doorklikken naar de website voor signaleringen, samenvattingen en annotaties van uitspraken van Europees Hof van de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de EU.
Met vriendelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Klager is veroordeeld na een proces waarin hij drie getuigen die belastende verklaringen hadden afgelegd in het vooronderzoek niet kon horen. Na hoger beroep werd de zaak terugverwezen en opnieuw veroordeeld, maar ook toen werden de getuigen niet in persoon gehoord. Het Hof stelt vast dat dit een schending oplevert van art. 6 lid 1 en 3 (d) EVRM, nu de getuigenverklaringen doorslaggevend waren voor de veroordeling, er geen overtuigende redenen waren voor hun afwezigheid, en er onvoldoende compenserende waarborgen zijn geboden om een eerlijk proces te verzekeren.
12-03-2020
(Zaaknaam: Chernika t. Oekraïne, ECLI:CE:ECHR:2020:0312JUD005379111, EHRC-2020-0111) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Staten hebben een ruime beoordelingsvrijheid bij het vormgeven van hun structuren voor drinkwatervoorziening en riolering. Hoewel zij een positieve verplichting hebben om ervoor te zorgen dat kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals Roma, niet onredelijk worden benadeeld bij het verkrijgen van toegang tot schoon drinkwater, is er geen verplichting om te voorzien in stromend water naar alle individuele woningen. Alternatieve voorzieningen, zoals een door de overheid gevulde watertank, kunnen volstaan. Daarnaast hoeft de staat niet per definitie te voorzien in een volledig dekkend rioleringssysteem, maar kunnen inwoners een eigen verantwoordelijkheid hebben om septic tanks of andere alternatieve voorzieningen neer te zetten.
10-03-2020
(Zaaknaam: Hudorovic e.a. t. Slovenië, ECLI:CE:ECHR:2020:0310JUD002481614, EHRC-2020-0114) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Klager heeft in verband met gewetensbezwaren een beroep gedaan op een uitzondering op de militaire dienstplicht, maar dit is niet gehonoreerd omdat de bevoegde commissie niet overtuigd was van klagers beweerde pacifisme. Het Hof overweegt dat de procedure heeft voldaan aan de nodige zorgvuldigheidvereisten. Het is dan niet aan het Hof om zijn eigen oordeel daarvoor in de plaats te stellen, tenzij de uitkomsten kennelijk willekeurig of manifest onredelijk zijn gebleken. Daarvan is in dit geval niet gebleken. Met 4 stemmen tegen 3 stelt het Hof dan ook vast dat art. 9 EVRM niet is geschonden.
10-03-2020
(Zaaknaam: Dyagilev t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2020:0310JUD004997216, EHRC-2020-0113) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een artikel dat verscheen 35 jaar nadat gijzelnemers een aantal NAVO-medewerkers hadden gegijzeld en geëxecuteerd werden de gijzelnemers afgeschilderd als ‘idolen’. Het Hof is van oordeel dat in deze publicatie sprake was van het rechtvaardigen of zelfs verheerlijken van geweld. Gelet daarop is het niet onredelijk dat de uitgever van het tijdschrift waarin het artikel verscheen strafrechtelijk is veroordeeld tot betaling van een boete. Geen schending art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting).
10-03-2020
(Zaaknaam: Altintas t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2020:0310JUD005049508, EHRC-2020-0109) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Vijf Italianen hadden zich in Roemenië succesvol ingeschreven voor een universitaire tandartsopleiding. Gedurende hun studie ontstond er echter onduidelijkheid over de formele aanvaarding van die inschrijving door het bevoegde Roemeense ministerie. Toen klagers na zes jaar hun opleiding succesvol afrondden en in Italië verzochten om erkenning van hun diploma’s, werden hun diploma’s in Roemenië ingetrokken omdat de inschrijvingen niet rechtsgeldig waren geweest. Nu dit buiten de schuld van klagers is gebeurd en dit bovendien niets te maken heeft met hun kwalificaties, ziet het EHRM hierin een schending van het recht op respect voor het privéleven (art. 8 EVRM).
03-03-2020
(Zaaknaam: Convertito e.a. t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2020:0303JUD003054714, EHRC-2020-0112) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Na de couppoging in Turkije (2016) is klager samen met 2846 andere rechters ontslagen. Ook is hij vervolgd en veroordeeld wegens lidmaatschap van een terroristische organisatie. Het Hof beoordeelt de zaak mede in het licht van art. 15 EVRM (noodtoestand). Klagers arrestatie en voorarrest waren gebaseerd op een overmatig extensieve uitleg van wetgeving en waren niet ingegeven door een redelijke verdenking, strijdig met art. 5 lid 1 EVRM. De rechterlijke beoordeling voorarrest na ruim een jaar is tardief en in strijd met art. 5 lid 4 EVRM. Strijd met de eis van onafhankelijkheid/onpartijdigheid van de beoordeling is in klagers zaak niet aangetoond; dit klachtonderdeel is niet-ontvankelijk.
03-03-2020
(Zaaknaam: Bas t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2020:0303JUD006644817, EHRC-2020-0110) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Voormalig vice-president Platini van de FIFA heeft naar aanleiding van een verkregen ‘salaristoeslag’ van twee miljoen Zwitserse francs een tuchtrechtelijke sanctie opgelegd gekregen van 60.000 Zwitserse francs en een schorsing van alle voetbalgerelateerde activiteiten voor een periode van vier jaar. Het Hof constateert dat de opgelegde sancties niet van strafrechtelijke aard zijn en verklaart de klacht over art. 7 EVRM niet-ontvankelijk. De sancties hebben wel inbreuk gemaakt op het privéleven van klager, maar de Zwitserse rechter heeft niet gehandeld in strijd met art. 8 EVRM door ze te bevestigen; de onderbouwing voor de hoogte daarvan was voldoende overtuigend en redelijk.
11-02-2020
(Zaaknaam: Platini t. Zwitserland, ECLI:CE:ECHR:2020:0211DEC000052618, EHRC-2020-0116)