Repubblika, HvJ EU 20 april 2021, zaak C-896/19
Art. 19 lid 1, tweede alinea, VEU moet – ook in het licht van art. 47 Hv – zo worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen nationale bepalingen die de minister-president van de betrokken lidstaat een doorslaggevende bevoegdheid verlenen in de procedure voor de benoeming van rechters. Voorwaarde is wel dat bij deze procedure een onafhankelijk orgaan betrokken is dat met name belast is met de beoordeling van de kandidaat-rechters en met het uitbrengen van een advies aan die minister-president, waarvan de laatste niet gemakkelijk kan afwijken.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 20-04-2021